Angstklachten


'Angst is nuttig en beschermt de mens: als er gevaar dreigt is het maar goed dat iemand zich niet op zijn gemak voelt, onrustig is en reageert om het gevaar af te wenden. Dit natuurlijke mechanisme wordt echter een probleem als de mate van angst niet meer in verhouding staat tot de aanleiding, of als de bangheid blijft als er helemaal geen gevaar meer is. Kinderen met overmatige of zelfs extreme angsten kunnen een angststoornis ontwikkelen. Hun denken is door de bangheid ontregeld (negatief zelfbeeld, piekeren) en dat heeft ook zijn weerslag op hun gedrag (teruggetrokken, vermijdend) en gevoel (onzeker, weinig zelfvertrouwen).' Bron: Kenniscentrum KJP

Voorbeelden van angstklachten zijn: 
  • Verlatingsangst; 
  • Faalangst; 
  • Overmatig piekeren/rumineren; 
  • Angst voor de beoordeling van anderen, bijvoorbeeld tijdens een spreekbeurt of sociale contacten; 
  • Paniekaanvallen; 
  • Pleinvrees;
  • Specifieke fobieën, bijvoorbeeld angst voor een specifiek dier, natuurverschijnselen of ziektes.
Direct aanmelden