Achter dwangmatig gedrag schuilt vaak een irreële angst voor wat er kan gebeuren wanneer iemand met de dwanghandelingen ophoudt. Deze handelingen zijn erg moeilijk te stoppen, ook al weet iemand dat het in feite nutteloze handelingen zijn.
Voorbeelden van dwanghandelingen zijn:
- Vaak de lampen aan en uit moeten doen;
- Onafgebroken schoonmaken;
- Heel vaak controleren of het huis wel op slot zit;
- Veelvuldig tellen;
- Dwangmatig voorwerpen rangschikken;
- Veelvuldig de handen wassen.